Wildlife fotograferen is iets wat steeds meer mensen lijken te doen. Van de meeste bijzondere vogels tot vossen, herten en Schotse hooglanders. De Nederlandse natuur biedt volop mogelijkheden om hiermee aan de slag te gaan. Wil je nog meer uit je foto’s van wilde dieren halen? Lees dan snel verder!
Afgelopen jaren ben ik steeds meer dieren gaan fotograferen. Het begon met Schotse Hooglanders en later ook eekhoorns en vogels. Een tripje naar de Veluwe of de Amsterdamse Waterleidingduingen staat nog hoop op mijn verlanglijstje. Maar tot die tijd is wildlife fotograferen in Brabant ook zeker de moeite waard.
Disclaimer: Hoewel het fotograferen van wildlife erg leuk is, moet het nooit ten koste gaan van de dieren. Behoud dus altijd de afstand die is aanbevolen, jaag ze niet op, laat ze niet schrikken en maak ze niet bang. Daarnaast is het niet de bedoeling dat je dieren lokt met eten. Het zijn wilde dieren die hun eten juist in de natuur moeten zoeken. Respecteer de dieren en zet hun (en je eigen) veiligheid altijd boven jouw perfecte foto.
Wildlife fotograferen, zo doe je dat!
Welke appratuur heb je nodig? Hoe val je het minste op? Waar moet ik heen? Allemaal dingen die misschien door je hoofd gaan als je wildlife wilt gaan fotograferen. Hieronder geef ik in 10 uitgebreide tips antwoord op al deze vragen. Heb je nog meer dingen die je wilt weten? Stel je vraag dan bij de comments!
1. De juiste locatie
In vrijwel ieder natuurgebied is wel wat aan wildlife te vinden. Vooral vogels vind je overal. Maar als je echt op pad gaat voor speciale dieren zoals herten, vossen of schotse hooglanders, dan is het goed om vooraf even wat onderzoek te doen. Waar komen deze dieren voor bij jou in de buurt? Of zijn er speciale plekken waar ze makkelijk te spotten zijn? Zo kun je voor vossen bijvoorbeeld terecht in de Amsterdamse Waterleidingduinen.
Naast de locatie is ook de tijd vaak van belang. De kans dat je wilde dieren ’s ochtends vroeg of ’s avonds tegen de schemering ziet is groter dan overdag wanneer het drukker is in het natuurgebied. Zet je wekker dus eens en ga lekker vroeg op pad. Of doe nog een avondrondje. Extra leuk dat het licht tijdens deze momenten van de dag vaak ook het mooiste is!
2. Brandpuntsafstand, hoe meer millimeter hoe beter?
Wildlife fotograferen gaat vaak samen met een behoorlijke afstand tussen jou en je onderwerp. Je kunt nu eenmaal niet dicht bij de dieren komen. Deels omdat ze dan weg gaan, en deels omdat het gevaarlijk is (bijvoorbeeld bij Schotse Hooglanders). Je bent dus al snel afhankelijk van een telelens om goede foto’s te maken van wilde dieren. Toch is je brandpuntsafstand niet het enige dat telt. Persoonlijk heb ik liever een lens met net wat mindere millimeters, maar die wel lichtsterk is. Op die manier is het makkelijker om scherpe foto’s te maken zonder je ISO flink omhoog te moeten schroeven.
Wil je nou geen super grote en zware telelens kopen die je een rib uit je lijf kost? Er zijn ook zogenaamde bridge-camera’s. Deze camera’s hebben een vaste lens met een extreme zoom! Denk bijvoorbeeld aan de Sony Cybershot DSC-RX10 Mark IV, de Panasonic Lumix DC-FZ82 of de Nikon Coolpix P1000. De kwaliteit zal natuurlijk wat minder goed zijn dan dat je bijvoorbeeld de Tamron 150-600mm lens op je camera schroeft. Maar het is zeker het overwegen waard.
3. Onopvallend
Ben je lekker op pad in de natuur en vol goede moed om toffe foto’s te maken? Dan is onopvallend zijn je beste eigenschap. En dat heeft niet alleen te maken met het geluid dat je maakt. Dieren hebben een goed ontwikkelde reuk en ruiken jouw nieuwe parfum, shampoo of wasmiddel al van meters afstand. Probeer dus niet alleen qua geluid en qua zicht, maar ook qua geur niet te opvallend te zijn als je schuchtere dieren zoals vossen wilt fotograferen.
Daarnaast is het altijd goed om een plek te kiezen en hier rustig en stil te gaan zitten. Met je camera klaar in de aanslag op het moment dat er een dier voorbij komt. Dit kan saai zijn en lang duren, en het kan ook niets opleveren. Maar de kans is ook groot dat een dier zo dichter bij je durft te komen dan wanneer je telkens heen en weer loopt. Denk bijvoorbeeld aan eekhoorns!
4. Instellingen
Is het je gelukt om op een plek te zijn met dieren om te fotograferen? Dan wil je niet met bewogen en onscherpe foto’s thuiskomen. Je instellingen zijn dus belangrijk! Een handig hulpmiddel de volgende zin:
Ga (zonder statief) niet lager in je sluitertijd dan de brandpuntsaftand van je lens. Met een minimum van 1/50e. Bij een 300mm lens houd je dus minimaal 1/320e aan als sluitertijd om geen bewegingsonscherpte vanuit jouw kant te krijgen.
Werk je op statief? Dan is het anders. Maar dan zou ik alsnog wel rond de 1/160e aanhouden als minimale sluitertijd omdat dieren altijd kunnen bewegen en ook jijzelf alsnog wat kunt bewegen. Zelfs met statief. Wil je dieren fotograferen die echt actief aan het bewegen zijn? Dan zul je hier je sluitertijd op moeten aanpassen.
Om zo min mogelijk ruis te krijgen, is het dus handig om je diafragma op een laag getal (grote opening) te zetten. Je krijgt hierdoor een onscherpere achtergrond, maar er kan ook meer licht op je sensor vallen waardoor je makkelijker een korte sluitertijd kunt behalen. Bij wisselende situaties qua licht kies ik er zelf regelmatig voor om de ISO op automatisch in te stellen. Je leest hier alles over in dit artikel.
5. Waar stel je scherp?
Scherpstellen kan lastig zijn. Zeker wanneer je een klein dier zoals een vogeltje voor je lens hebt. Maar de kracht van wildlife fotografie zit hem voor een deel ook op de scherpte die op de juiste plek moet zitten. En die plek is, net als bij mensen, op de ogen. Probeer daarom altijd je scherpstelpunt op een oog te richten. Zeker wanneer je met een grote diafragma-opening werkt is dit belangrijk. Stel je voor je stelt op de snuit van de Schotse Hooglander scherp, dan is het oog waarschijnlijk niet scherp. En dat is toch jammer!
6. Lichtmeting
Stel, je wilt een uil fotograferen die hoog in een boom zit. Het is bewolkt, dus de lucht is wit. De kans is dan groot dat je met de standaard instellingen van je camera een te donkere foto krijgt. Je camera wil namelijk dat de lichte stukken tekening houden en ook de donkere stukken niet te donker worden. Maar omdat je onderwerp tegenlicht heeft, wordt deze te donker.
Lees dus eens mijn artikel over de verschillende lichtmeting opties die jouw camera heeft. Hierdoor kun je beter bepalen welke manier van lichtmeting je in welke situatie nodig hebt. En op die manier voorkom je dat je onderwerpe in je foto’s te licht of te donker wordt. Wil je het alsnog een beetje corrigeren? Dan werk ik graag met de knop om je foto een paar stops over- of onder te belichten.
7. Autofocus standen begrijpen
Heb jij ooit je autofocus stand aangepast, of laat je hem altijd op ‘one shot’ of ‘single servo’ staan? Wanneer je te maken hebt met bewegende dieren is het zeker aan te raden om hier eens mee te experimenteren. Vooral de ‘AI servo’ functie kan dan weleens van pas komen. Een uitgebreid artikel over de verschillende autofocus standen lees je hier. Deze functies zijn niet alleen handig als je wildlife wilt fotograferen, maar ook bij bijvoorbeeld sport, modellen en bruiloften komt dit goed van pas.
8. Geduldig wachten
Wildlife fotograferen is meestal iets waar je veel geduld voor moet hebben. Zoals je misschien wel weet ben ik al meerdere keren op pad geweest om de Siberische grondeekhoorns in het wandelbos te fotograferen. De leukste foto’s krijg je wanneer je geduldig wacht tot het juiste moment. Want juist als ze niet in de gaten hebben dat jij er bent doen ze lekker hun ding. Nootjes eten bijvoorbeeld. Of lekker klimmen in de takken. Probeer dus niet te snel te zijn, maar wacht rustig tot het perfecte moment.
9. Wel of geen statief?
De meeste mensen die wildlife fotograferen gebruiken hierbij een statief. Heel logisch, want zo’n gigantische telelens is lastig stil te houden als je uit de hand fotografeert. Je hebt dan meteen een hele korte sluitertijd nodig waardoor je ISO voor flink wat ruis kan gaan zorgen. En dat is zonde! Met een statief kun je een boel bewegingen minimaliseren waardoor de kwaliteit van je foto’s beter blijft, ook als je een iets langere sluitertijd hanteert. Daarnaast helpt een statief ervoor dat je makkelijker kunt richten en dus ook op de juiste plek kunt scherpstellen.
Toch fotografeer ik zelf vaak zonder statief! Met een lens met een brandpuntsafstand van bijvoorbeeld 200mm is dat nog prima te doen. En door zonder statief te werken ben je stukken vrijer in je bewegingen en dus ook sneller. Dieren bewegen snel, dus snelheid van bewegen is dan vaak wel van belang. En dat mis ik wanneer ik een statief gebruik. Voor beide valt dus wat te zeggen. En zeker wanneer je met een extreme telelens werkt is een statief wel erg prettig. Kijk vooral wat je zelf fijn vindt en waar je meer waarde aan hecht.
10. Nabewerking!
Nabewerking is in iedere tak van fotografie belangrijk. Dus ook bij wildlife fotograferen! Door je foto’s na te bewerken kun je je onderwerp nog wat krachtiger laten overkomen qua contrast en belichting. Soms komt het voor dat je door allerlei bladeren en takken hebt gefotografeerd. Die geven dan een zachte gloed over je foto waardoor alles een beetje vaal oogt. Dat soort dingen zijn makkelijk op te lossen door wat te spelen met bijvoorbeeld Adobe Photoshop of Adobe Lightroom. Heb je beide programma’s niet in huis maar wil je je foto’s wel goed bewerken? Kijk dan eens naar dit alternatief voor Photoshop en alternatief voor Lightroom. Dat zijn gratis manieren om toch kwalitatieve nabewerking te doen!
Zoal je ziet is wildlife fotograferen nog niet zo makkelijk. Er zijn veel dingen om rekening mee te houden. Maar het is ook erg leuk om te doen, dus ga lekker de Nederlandse natuur in en probeer verschillende dingen uit. Ik weet zeker dat het je gaat lukken. Succes!
3 Reacties
Hoi Evelien,
Je zegt op een gegeven moment “Persoonlijk heb ik liever een lens met net wat mindere millimeters, maar die wel lichtsterk is. Op die manier is het makkelijker om scherpe foto’s te maken zonder je ISO flink omhoog te moeten schroeven.”
Ik heb een Canon EOS 90D, maar welke lens zou je dan in dit geval aanraden?
Bedankt voor je reactie en je vraag! Voor het fotograferen van dieren in de natuur gebruik ik altijd mijn 70-200mm f/2.8 lens. Die is dus heel lichtsterk (de f/2.8) maar heeft wat minder millimeters dan eigenlijk handig is. Met een schotse hooglander is dat wat minder erg dan bij een klein dier zoals een vogeltje. Dus het is ook heel afhankelijk van wat je precies wilt fotograferen.
[…] jaren ben ik regelmatig wildlife gaan fotograferen in eigen land. Vooral eekhoorns, vogels en Schotse hooglanders hebben veelvuldig geposeerd voor […]