Fotografeer jij weleens met automatische ISO? Ik deed dit eigenlijk nooit, tot ik afgelopen tijd een aantal keer in een situatie kwam waarbij het toch wel handig bleek. Waarom een automatische ISO soms handig kan zijn? Dat lees je in dit artikel!
Wat is ISO?
Iedere camera maakt gebruik van ISO, zelfs je smartphone of simpele compactcamera. Maar bij een systeemcamera of spiegelreflex is het een zichtbare instelling die in verband staat met de kwaliteit van je foto’s. ISO bepaalt namelijk de lichtgevoeligheid van de sensor, waardoor je bijvoorbeeld ook in een donkere omgeving nog steeds met een korte sluitertijd kunt fotograferen.
De ISO-waarden lopen meestal van 100 tot extreem hoge getallen, zoals 32.000 of meer. Hoe lager het getal, hoe meer licht je nodig hebt om de sensor goed te belichten. Maar de foto is dan van de beste kwaliteit, met de minste ruis. Hoe hoger je de ISO zet, hoe minder licht je nodig hebt. Dit levert wel meer ruis en minder scherpte op. Bij welke ISO-waarde dit nog acceptabel is, verschilt per camera. Sommige camera’s beginnen al bij ISO 800 wat ruis te tonen, terwijl andere modellen tot ISO 6400 nog prima kwaliteit leveren.
Net als de sluitertijd en het diafragma is de ISO-waarde een belangrijke instelling voor je fotografie. Deze drie termen vormen samen de belichtingsdriehoek. Wil je meer weten over hoe je deze drie instellingen samen gebruikt om je foto perfect te belichten? Check dan mijn andere artikel hierover!
Waarom automatische ISO gebruiken?
Normaal gesproken zet ik mijn ISO altijd op 100 en pas ik deze handmatig aan als het nodig is. Maar sinds kort ontdekte ik de voordelen van automatische ISO, vooral in situaties waarin snelheid belangrijk is. Soms wil je zelf de controle hebben over sluitertijd en diafragma in een handmatige stand, maar wil je niet steeds de ISO hoeven aanpassen. Hier komt automatische ISO om de hoek kijken.
Voorbeeldje: Stel, je bent in het bos en ziet een eekhoorn die je graag wilt fotograferen. Naast een hoop geduld, heb je ook de juiste instellingen nodig. In zo’n geval zou ik mijn camera in de M-stand (manual) zetten om alles zelf te bepalen. Ik zet mijn sluitertijd op 1/320e vanwege mijn telelens en de snelle bewegingen van de eekhoorn. Het diafragma zet ik zo laag mogelijk (bijvoorbeeld f/2.8) voor mooie onscherpte en om zoveel mogelijk licht op de sensor te laten vallen. Maar als de eekhoorn wat verderop springt, krijg je een andere belichting door zon of juist schaduw. Nu zou ik handmatig de ISO moeten aanpassen, wat tijd kost.
Met het fotograferen met automatische ISO hoef ik me daar geen zorgen over te maken. De camera past de ISO aan op basis van de lichtomstandigheden en selecteert de laagst mogelijke ISO voor de instellingen die ik handmatig heb gekozen. Super handig! Dit betekent dat ik sneller kan reageren op onverwachte bewegingen en altijd goed belichte foto’s heb, zelfs in een wisselende omgeving.
Dit is slechts één voorbeeld van wanneer automatische ISO handig is. Eigenlijk kun je het gebruiken in elke situatie waar je sluitertijd en diafragma zelf wilt bepalen, maar te maken hebt met veranderend licht. Denk aan sportfotografie, concerten, of gewoon een middagje wandelen in het bos. Het bespaart je tijd en gedoe, vooral wanneer snelheid essentieel is!
Tip: Kijk wel goed naar de instellingen van je lichtmeting. Zeker bij bijvoorbeeld concertfotografie, waarbij je veel contrast hebt tussen een donkere achtergrond en felle lampen op je onderwerp. Dan kan spotmeting een uitkomst zijn, in combinatie met automatische ISO.
Stel een ISO-limiet in
Wil je niet dat jouw ISO boven een bepaalde waarde uit komt? Bijvoorbeeld omdat je dat te veel ten kosten vind gaan van de kwaliteit? In veel camera’s kun je een maximale ISO instellen! Met zo’n limiet voorkom je dat je camera de ISO te hoog instelt, wat te veel ruis zou veroorzaken. Dit is vooral handig in situaties met weinig licht, waarin je niet wilt dat je foto’s te korrelig worden. Stel bijvoorbeeld een limiet van ISO 1600 in als je camera daar nog goede resultaten mee levert. Zo houd je altijd controle over de beeldkwaliteit, zelfs als je de ISO automatisch laat instellen.
Pas op voor de nadelen van automatische ISO
Wat mij betreft zitten er geen nadelen aan het instellen van een automatische ISO. Het grootste risico is dat je minder goed naar je instellingen kijkt waardoor je camera soms een te hoge ISO instelt. Blijf dus goed kijken naar je diafragma en sluitertijd om dit te voorkomen. En stel een limiet in zoals ik hierboven heb aangegeven. Dan is het wat mij betreft een hele fijne functionaliteit!
Zo stel je de automatische ISO in!
Het instellen van een automatische ISO is gelukkig super simpel. Je doet dit op dezelfde manier als het instellen van iedere andere ISO-waarde! In plaats van een getal kies je voor de optie ‘A’ van automatisch. Dit kun je doen in de handmatige standen zoals AV (diafragma voorkeuze), TV (sluitertijd voorkeuze), P (programma) of M (manual stand). In de automatische scènes (zoals landschap of portret) staat de ISO sowieso al op automatisch, dus daar heb je geen omkijken naar.
Gebruik belichtingscompensatie
Nog een handige tip: gebruik belichtingscompensatie in combinatie met de automatische ISO! Hiermee kun je je belichting iets lichter of donkerder maken zonder dat je handmatig de ISO hoeft aan te passen. Dit is vooral handig als je camera de neiging heeft om te onder- of overbelichten in moeilijke lichtsituaties. Zo houd je de controle over de belichting, zelfs met automatische ISO.
Houd het histogram in de gaten
Ten slotte: gebruik het histogram om te controleren of je belichting goed in balans is. Dit grafiekje laat je zien of er overbelichte of onderbelichte delen in je foto zitten. Zeker wanneer je met automatische ISO werkt, is het handig om dit regelmatig te checken, zodat je later niet voor verrassingen komt te staan.
Fotografeer jij weleens met automatische ISO? Of ben je dat naar aanleiding van dit artikel zeker eens van plan? Laat het me weten bij de comments! Onder mijn Instagram foto’s geef ik meestal ook de instellingen aan. Dus volg me daar als je dat leuk vindt. Veel plezier met fotograferen! 🎉
9 Reacties
Hoi Evelien,
Je hebt het mooi uitgelegd in je artikel.
Jammer dat je er niet bij vertelde dat je ook je ISO waarde kan begrenzen in de AUTO ISO mode zodat deze niet naar extreem hoge waarden gaat. Toch even nadenken voordat je dit continu gaat gebruiken zodat je niet voor verrassingen komt te staan.
Dit is toch zo bij Nikon camera’s maar ik denk wel dat dit bij Canon ook mogelijk is
Is in feite een must, dat begrenzen, dat leerde ik uit ervaring.
Ik gebruik deze instelling heel veel en zou er eerlijk gezegd niet meer zonder kunnen in moeilijke situaties.
Mvg,
Michel
Hoi Michel, bedankt voor je toevoeging. Eerlijk gezegd wis ik niet dat dit mogelijk was, ik ga het eens uitproberen!
De camera’s van tegenwoordig zijn zo slim dat auto iso goed kan bij mijn Fuji kan ik drie iso’s begrenzing instellen b.v. van 100-800 of 400-1600 en 800-3200 en met toets snel op te roepen.
Mvg. Jos
Slim om dit zo in te stellen Jos, daar ga ik zeker eens naar kijken.
Als ik reportages maak gebruik ik standaard auto-is met een ingestelde begrenzing van 1000. Dit doe ik met een Sony A7rii.
Gaat altijd goed. Bij foto’s waarbij geposeerd moet worden, gaat de ISO onmiddellijk naar beneden.
Klinkt als een goede manier Ronald!
Ik heb met veel interesse jou artikel gelezen, omdat ik bijna altijd de ISO op 100 laat (vanwege het feit dat de kwaliteit van het beeld het hoogste is) en enkel door licht omstandigheden de ISO hoger instelt. Ik heb wel de ISO begrenzing in auto mode begrensd tot 1600 zodat mijn beeld kwaliteit goed blijft en ruis niet extreem hoog wordt. Deze begrenzing is terug te vinden onder (canon) menu, ISO-snelheid instelling (auto ISO bereik). Begrenzing geldt wanneer iso mode op A stand staat.
Hallo Evelien.
Waarom zou je de ISO begrenzen? De camera kiest toch de juiste belichting? Wanneer je te laag begrenst kan je foto te donker worden en als je hoger begrenst gebeurt er niets, want de camera beslist zelf welke ISO nodig is. Als je ISO gaat begrenzen kun je denk ik beter op de S-stand fotograferen en kijken wanneer je diafragma niet meer knippert, tenminste als je een Nikon hebt, dan is de belichting goed.
Mvg. Robert
Bedankt voor je antwoord Robert. Iedereen kiest een eigen manier waar hij/zij zich prettig bij voelt denk ik. Daar is geen goed of fout in. Jouw manier kan ook prima inderdaad! Maar dan heb je weer weinig invloed op het diafragma. De begrenzer op je ISO wanneer je in manual fotografeert zorgt er dus voor dat je weet wanneer je ISO naar jouw wens te hoog is. Dan kun je wellicht eerst andere instellingen veranderen voordat je de ISO nog verder omhoog zet.