Iedere fotograaf droomt van een eigen stijl. Dat je foto’s iets eigens hebben, iets waardoor mensen meteen zien dat ze van jou zijn. En dat geldt zeker ook voor een eigen stijl binnen portretfotografie! Om je op weg te helpen, vind je in dit artikel een aantal tips die je net dat duwtje kunnen geven richting jouw eigen stijl.
Een herkenbare manier van fotograferen en/of nabewerken ontstaat niet in één keer. Het kost tijd, geduld en vooral veel proberen. Soms weet je pas wat echt bij je past door dingen uit te sluiten. Daarnaast blijft je stijl waarschijnlijk ook niet altijd hetzelfde. Grote kans dat deze meegroeit met jou als persoon. Pin je dus niet helemaal vast op 1 bepaalde stijl, maar geef jezelf de ruimte om deze te ontwikkelen en te evolueren.
Wat is een stijl?
Een eigen stijl in portretfotografie is eigenlijk niets meer dan jouw persoonlijke manier van fotograferen. Het gaat om de keuzes die jij keer op keer maakt. Bijvoorbeeld hoe je met licht werkt, welke kleuren je mooi vindt of wat voor brandpuntsafstand je gebruikt. Je stijl is dat wat jouw foto’s herkenbaar maakt, ook als er geen naam onder staat. Soms zit het in subtiele dingen, zoals een voorkeur voor zachte tinten of juist felle kleuren. Andere keren is het juist uitgesproken, met opvallende composities of creatieve nabewerking.
5 tips voor het ontwikkelen van je eigen stijl in portretfotografie
1. Ontdek wat je mooi vindt
Een goede manier om te beginnen is met het verzamelen van inspiratie. Bekijk het werk van verschillende fotografen, blader door fotoboeken of verzamel beelden op Pinterest. Vraag jezelf af waarom je bepaalde foto’s mooi vindt. Wat valt op aan het licht, de compositie, kleuren of de sfeer? Wat voel je bij deze beelden? Je kunt ook inspiratie halen uit andere dingen, zoals schilderkunst, mode, films of muziek. Alles wat jou raakt of fascineert, kan richting geven aan jouw stijl. Maak hier vervolgens een moodboard van om overzicht te krijgen van wat je visueel aanspreekt.
2. Kijk naar wat jou bezighoudt
Jouw stijl wordt niet alleen bepaald door techniek of smaak, maar vooral ook door wat jou als persoon bezighoudt. Denk eens na over je interesses buiten de fotografie. Heb je iets met sport, muziek, natuur of maatschappelijke thema’s? Dan kun je die onderwerpen verwerken in je portretten. Gebruik dit als thema voor je foto’s of verwerk juist kleine elementen en aanwijzingen in je beelden. Denk bijvoorbeeld aan fotografen die fotograferen alsof het schilderijen van vroegere meesters zijn. Of fotografen die juist overal humor in proberen te brengen. Zelfs als alle andere onderdelen van de foto anders zijn, kun je de eigen stijl in portretfotografie nog herkennen.
3. Durf te experimenteren
Gewoontes zijn goed, maar als fotograaf is het belangrijk om te blijven experimenteren. Fotografeer je altijd met natuurlijk licht? Probeer dan eens kunstlicht. Werk je meestal in de studio? Ga dan eens naar buiten. Gebruik je een vast diafragma? Wissel dan eens af en kijk wat het met de sfeer doet. Juist door te spelen en te proberen ontdek je nieuwe mogelijkheden.
Soms helpt het ook om te experimenteren met andere apparatuur. Zo kan een camera met snelle autofocus en goede kleurbalans, zoals de Sony A6700, je net wat meer vrijheid geven bij het werken met natuurlijk licht of in onverwachte situaties. Soms ontstaan de mooiste foto’s per toeval. Een onverwacht lichtmoment, een spontane blik of een bijzondere locatie. Laat ruimte voor improvisatie en leer vertrouwen op je intuïtie. Door allerlei technieken en vormen van fotografie uit te proberen ontdek je sneller waar je echt blij van wordt. En dat kun je dan doorontwikkelen tot je eigen stijl binnen portretfotografie.
4. Ook de nabewerking is belangrijk
Niet alleen met het fotograferen zelf kun je je eigen stijl laten zien, ook de nabewerking heeft hier een aandeel in. Denk bijvoorbeeld aan de foto’s van Anton Corbijn, een bekende Nederlandse portretfotograaf. Zijn werk herken je direct aan de harde contrasten, de zwart-wit of duotoon omzettingen en de korrel. Allemaal elementen die je in de nabewerking kunt gebruiken om je foto’s helemaal je eigen touch te geven.
Stel je geeft 5 verschillende fotografen een RAW bestand van een portret, dan zullen deze foto’s er alsnog 5 keer anders uit komen te zien. De ene houdt meer van koele tonen, de andere van hele heldere tinten en weer iemand anders van veel contrast. En juist dat maakt het nabewerken van je foto’s zo leuk en belangrijk.
5. Stijl zorgt voor samenhang in je portretfotografie
Consistentie is een belangrijk onderdeel van stijl. Dat betekent niet dat al je foto’s er hetzelfde uit moeten zien, maar wel dat ze iets gemeenschappelijks uitstralen. Dat kan een bepaalde sfeer zijn, een gevoelsmatige benadering of juist de manier waarop je met je onderwerp omgaat. Blijf tijdens het fotograferen dicht bij je gevoel. Als je merkt dat een beeld je raakt of iets bij je oproept, is dat vaak een teken dat het past bij jouw stijl. Dat gevoel is vaak de rode draad die je werk verbindt.
Een eigen stijl ontstaat niet in één keer, maar groeit met je mee. Blijf jezelf uitdagen, reflecteer op je werk en sta open voor nieuwe invloeden. Volg een cursus, experimenteer met technieken of bespreek je werk met anderen. Juist het proces van blijven leren en ontwikkelen helpt je om scherper te zien wat bij jou past.
Deze blogpost is gemaakt in samenwerking met een externe partner
1 Reactie
[…] Hoe creëer je een eigen stijl met portretfotografie? […]