Wil jij heel graag fotograferen in de M-stand? Bijvoorbeeld omdat de automatische stand je te weinig vrijheid geeft, of omdat je graag manueel wilt leren werken? In dit artikel geef ik mijn tips en tricks voor het gebruiken van deze handmatige M-stand tijdens het maken van foto’s.
Wat is de M-stand in fotografie?
Als het gaat om het fotograferen in de M-stand, dan hebben we het over het manual instellen van je camera. Je bepaalt in deze stand zelf hoe lang je sluitertijd is, op welke ISO je foto gemaakt wordt en hoeveel onscherpte je wilt hebben door het diafragma. Dit doe je door zelf de instellingen te bepalen.
Deze drie belangrijkste standen (diafragma, sluitertijd en ISO-waarde) vormen samen de belichtingsdriehoek. Ze staan namelijk met elkaar in verband. Pas je iets aan aan de ene instelling, dan zul je ook 1 of beide andere instellingen moeten aanpassen om in balans te blijven. Anders zal je foto overbelicht of onderbelicht worden. Precies weten hoe dit werkt? Lees dan het uitgebreide artikel over de belichtingsdriehoek.
Fotograferen in de M-stand is dus best ingewikkeld. Je hebt de controle over alle instellingen en dat vergt wat kennis en expertise. Deels om tot een goede belichting te komen, maar ook om uit te vogelen welke instellingen goed passen bij het beeld dat je in je hoofd hebt. En juist daarom is het belangrijk om deze stand onder de knie te krijgen.
5x tips: fotograferen in M-stand
Als ik heel eerlijk ben, fotografeer ik helemaal niet zo vaak op de M-stand. Niet omdat ik hem niet kan gebruiken, maar omdat het vaak niet nodig is. Toch is het goed om als beginnende fotograaf te leren hoe je deze stand optimaal inzet. Want als je in de M-stand kunt fotograferen, dan kun je het in iedere stand!
Hieronder geef ik je vijf tips om je op weg te helpen tijdens het fotograferen in de manual stand.
1. Begin in de AV-stand en TV-stand
Heb je altijd gefotografeerd in de automatische stand? Stap dan niet zomaar over naar de M-stand. Er zijn namelijk ook twee half-automatische standen die je eerst kunt uitproberen om alvast te wennen aan de instellingen. Dit zijn de AV-stand en TV-stand.
AV-stand op je camera (diafragma)
Selecteer de AV of A-stand op je camera. Deze stand geeft je de vrijheid om je diafragma handmatig in te stellen. Daarnaast stel je hierbij ook zelf de ISO-waarde in. De derde instelling (sluitertijd) wordt automatisch door de camera gekozen waardoor je vrijwel altijd tot een correcte belichting komt.
Bij de AV-stand leer je om het diafragma te bepalen. Hoe kleiner je het F-getal maakt, hoe meer onscherpte je in je foto terug zult zien. Hoe groter het getal, hoe minder onscherpte.
TV-stand op je camera (sluitertijd)
Selecteer de TV of S-stand op je camera. Deze stand geeft je de vrijheid om de sluitertijd handmatig in te stellen. Daarnaast stel je hierbij ook zelf de ISO-waarde in. De derde instelling (diafragma) wordt automatisch door de camera gekozen waardoor je vrijwel altijd tot een correcte belichting komt.
Bij de TV-stand leer je om de sluitertijd juist in te stellen. En dit is belangrijk voor de hoeveelheid licht die op de sensor kan vallen. Hoe kleiner dit getal, hoe korter het duurt om de foto te maken. Er is maar weinig tijd voor het licht om op de sensor te vallen en hierdoor kun je bewegingen in je foto bevriezen. Hoe langer je de sluitertijd maakt, hoe meer beweging je in je foto kunt vastleggen. Daarnaast kan er ook langere tijd licht op de sensor vallen, wat nuttig is bij bijvoorbeeld donkere locaties.
Ga dus eerst eens oefenen met deze twee half handmatige standen voordat je gaat fotograferen in de M-stand.
2. Experimenteer met je instellingen
Ben je klaar om de switch naar de M-stand te maken? Ga dan de eerste tijd vooral lekker experimenteren. Verwacht niet dat je direct alleen maar topfoto’s maakt, maar onderzoek hoe de functies werken en hoe ze in verhouding tot elkaar staan.
Het makkelijkste is om 1 foto telkens met meerdere instellingen te maken. Kijk daarna op je computer naar de foto’s en probeer te analyseren welke verschillen je ziet. De ene foto is misschien te licht en heef veel onscherpte terwijl een andere foto minder onscherpte heeft en juist te donker is. Door de metadata te bekijken kun je zien welke instellingen je hebt gebruikt bij welke foto. Zo leer je stukje bij beetje wat het effect is van bepaalde waardes die je gebruikt. En dat maakt het fotograferen op de M-stand een stuk makkelijker.
3. Zet de ISO eens op automatisch
Het lastigste aan de M-stand is dat je zowel het diafragma, als de sluitertijd en de ISO-waarde handmatig moet instellen. Als je even niet goed oplet, wordt je foto over- of onderbelicht. Soms heb je alle tijd om goed naar je instellingen te kijken, maar er zijn ook situaties (bijvoorbeeld bij wildlife fotografie) waarbij je die tijd absoluut niet hebt. Op zulke momenten is het fijn om tóch een klein beetje te automatiseren.
Zelf kies ik er dan ook regelmatig voor om de ISO op automatisch te zetten tijdens het fotograferen op de M-stand. Hiermee zeg je eigenlijk tegen je camera dat jij zelf het diafragma en de sluitertijd kiest, maar dat de camera hier een juiste ISO bij kiest. Dit werkt alleen in situaties met een gelijkmatige belichting.
Ben je bang dat de ISO te hoog gaat? Dan kun je op veel professionele camera’s ook een begrenzing instellen. Hierdoor geef je aan dat de ISO niet hoger mag dan een bepaalde waarde. Zo voorkom je dat je te veel ruis en onscherpte in je foto krijgt.
4. Situaties met moeilijk licht
De momenten dat ik fotografeer op de M-stand hebben vaak te maken met moeilijk licht of veel beweging. Of een combinatie van beiden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan:
- Fel tegenlicht
- Snelle bewegingen
- Fotograferen van concerten of in het theater
- Grote verschillen tussen licht en donker
Bij zulke momenten wil je vaak zelf het resultaat kunnen bepalen, omdat de camera hier minder goed mee omgaat. Bij concerten is de achtergrond vaak erg donker. De camera snapt dit niet en probeert het beeld lichter te maken. Hierdoor zal de artiest overbelicht worden. Het zelf reguleren van de instellingen is dan ideaal om de juiste belichting te krijgen.
5. Blijven oefenen met fotograferen in M-stand
Iedere keer dat je manual gaat fotograferen wordt het een stukje makkelijker en weet je beter wat je doet. Blijf dus vooral oefenen! Wees niet teleurgesteld als het niet meteen goed gaat. Dan kun je altijd weer terug naar de half automatische standen zoals ik heb uitgelegd in stap 1. Daar leer je namelijk echt gebruik te maken van de mogelijkheden van het diafragma of van de sluitertijd.
Schaam je dus ook zeker niet als je niet altijd in de M-stand fotografeert. Die stand is fijn wanneer je hem nodig hebt, maar in de meeste gevallen voegt hij weinig toe.
Maak fotograferen in de M-stand leuk!
De kunst is dus om het fotograferen in deze stand niet eng te vinden. Ja, het zijn veel instellingen waar je de controle over hebt. Maar het voelt ook heel goed als je stukje bij beetje leert om deze goed in te stellen! En als je dat eenmaal leert, dan wordt het echt leuk. Waarom? Omdat je dan eigenlijk alles wat je in je hoofd hebt kunt uitvoeren.
Kijk goed naar foto’s die je inspireren en ontdek waarom ze dat doen. Hebben ze een bepaalde onscherpte in de achtergrond? Zit er beweging in? Hoe is de belichting? Probeer dit na te maken met je nieuwe kennis over het fotograferen in de M-stand en verbeter zo je skills!
7 Reacties
Alsof fotograferen op de M zaligmakend is, als je hebt ingesteld en je draait je om heb je alweer een andere sluitertijd. Dingen die een M stand onmogelijk maken is vogel fotografie, dan heb je geen tijd om uit te vogelen welke M stand je nodig hebt. Ik gebruik de M stand louter en alleen als het fijn en prettig is om meer of minder licht te hebben. Bijvoorbeeld water, ik wil het vloeiend hebben, dan is de M stand fijn om te kijken hoe ver je kan gaan en toch geen overbelichte foto te krijgen. Voor de rest, gewoon op de A, word je nooit verrast als er haast is geboden.
Hoi Hélène, bedankt voor je reactie. Ik heb nooit in het artikel gezegd dat je alle foto’s op de M-stand moet maken. Ik zeg zelfs dat ik dat ook 90% van de tijd niet doe. Maar zoals ik uitleg kun je sommige foto’s juist niet maken als je op de A of TV stand blijft fotograferen. Het is dus wel degelijk nuttig om hiermee te kunnen werken. Ook als het vaak niet nodig of handig blijkt te zijn 🙂
Als je enige ervaring hiermee hebt zie je al van tevoren wat je het beste kunt kiezen. Je gaat in de volle zon de camera niet op ISO 1200 instellen en voor de beste prestaties van het pbjectief is het het beste om twee stoppen het diafragma te sluiten. Voor een fietsrally ga je geen 1/60 of 1/30sec gebruiken, je moet bewuste keuzes maken, een camera kan dat niet voor je doen.
Wanneer je in de M stand fotografeerd is dan de instelling spotmeting , deelmeting , of centrum gewogen
ook nog van invloed?
Hoi Edu, jazeker! Deze meting heeft invloed op wat jouw camera als ‘goede belichting’ aangeeft. Dus het streepje onder de -3 tot +3 belichting lijn. Hoewel je op de M-stand zelf bepaalt wat je instellingen zijn, zul je waarschijnlijk toch naar dit streepje kijken om te zien of je een beetje in de buurt zit van een goede belichting. Hiervoor zijn de verschillende lichtmetingen dus van belang.
[…] van een groot diafragma doe je door het F-getal zo klein mogelijk te zetten. Dit kan in de M-stand, maar je kunt ook kiezen om de A of AV stand van je camera te gebruiken. Met deze handmatige […]
Hoi Evelien, knap zoals je die betweters op een nette manier antwoord geeft.
complimenten!