Aan de slag met macrofotografie? Met deze 25 tips voor macrofotografie zul jij je foto’s zeker verbeteren. Zowel als beginner als wanneer je al meer gevorderd bent. Ga aan de slag met deze leuke vorm van fotografie en ontdek de kleine wereld in alle details!
Wat is macrofotografie?
Macrofotografie is een vorm van fotografie waarbij je kleine onderwerpen groot in beeld brengt. Denk hierbij vooral aan insecten en flora. Je mag een foto officieel pas een macrofoto noemen, wanneer je het onderwerp op 100% van het formaat hebt vastgelegd. Het onderwerp is dan even groot in het echt als het formaat op de sensor van je camera, dit wordt ook wel 1 op 1 genoemd. Maar de term ‘macrofotografie’ wordt over het algemeen gebruikt voor alle foto’s die van heel dichtbij gemaakt zijn.
25 tips voor macrofotografie, zo maak je de mooiste foto’s
Hieronder deel ik 25 tips die je kunnen helpen wanneer je aan de slag wilt met het maken van macro-foto’s. De tips zijn ingedeeld in verschillende categorieën, zodat je makkelijk kunt terugvinden wat je zoekt. Veel succes!
Beginnen met macrofotografie
Kies je onderwerp
Wanneer je macro foto’s wilt maken is je onderwerp erg belangrijk. Niet ieder onderwerp leent zich er namelijk voor om van dichtbij vast te leggen. De onderwerpen die het meeste gebruikt worden voor macrofotografie zijn insecten (denk aan vlinders, libellen, lieveheersbeestjes, etc.) en flora (bloemen, blaadjes, takjes, paddenstoelen, etc.). Maar er zijn ook andere onderwerpen die je goed kunt gebruiken. Bijvoorbeeld kleine objecten zoals sieraden en munten. Of denk eens aan de iris in je oog, die kun je met macrofotografie ook heel mooi vastleggen. Genoeg keuze dus!
Wat is je achtergrond?
Een goede macrofoto maakt gebruik van het totaalplaatje. Niet alleen je onderwerp is belangrijk, ook de achtergrond (die misschien wel uit focus is) doet er toe. Blijf dus alert bij het maken van je foto’s en let op de achtergrond. Misschien kun je jouw onderwerp wel precies in een lichte vlek plaatsen, zodat hij er echt uit knalt! Of zit er een takje in de weg die een storende streep geeft. Achteraf is dit lastig verwijderen, dus probeer het tijdens het fotograferen al op te merken en te veranderen.
Hier leg je de focus
Eén van de lastigste dingen aan macrofotografie is het onderwerp scherp krijgen. Zeker als het onderwerp ook nog beweegt, zoals bij een insect. Probeer verschillende diafragma-instellingen (zie verderop in dit artikel) uit om te zien wat voor jou werkt. Daarnaast kan het handig zijn om met manual focus te werken en dit te combineren met focus peaking. Hiermee krijg je gekleurde lijntjes in de voorvertoning van je foto, zodat je ziet waar de scherpte precies ligt.
Kijk naar het licht
Licht is bij iedere vorm van fotografie belangrijk, maar zeker ook bij macrofotografie! Hoe meer het licht van de zijkant komt, hoe meer diepte en structuur je in je onderwerp terug ziet komen. Draai dus eens een kwartslag om te zien wat dit met je foto doet. Het zal je verbazen hoeveel verschil licht kan maken. Houd je ogen open voor een zonnestraal, een stukje tegenlicht of een glinsterende waterdruppel.
Wees geduldig
Een belangrijke tip voor macrofotografie. Deze vorm van fotografie kost namelijk heel wat geduld en precisie, maar als het lukt is het heel gaaf. Geef dus niet te snel op, maar blijf het proberen. Start bijvoorbeeld eens thuis in je tuin. Of zelfs binnen, zodat je geen last hebt van de wind die je compositie blijft ruïneren. Hoe meer tijd je in macrofotografie steekt, hoe makkelijker het zal gaan. En dat komt zeker van pas als je buiten wilt fotograferen.
Spray met water!
Zie jij ook altijd de meest mooie macrofoto’s voorbij komen met waterdruppels op bladeren en op bloemblaadjes? Dit kunnen regendruppels zijn, maar de kans is ook aanwezig dat de fotograaf zelf wat ‘regen’ heeft gemaakt. Neem een sprayflacon met water mee wanneer je op pad gaat. Zo kun je zelf druppels creëren op je onderwerp. Dit geeft je foto vaak net wat extra’s! Wil je het helemaal goed aanpakken? Dan koop je een spuit met een naald en wat glycerine. Hiermee kun je wat stevigere druppels maken die dus goed blijven liggen of hangen aan je onderwerp.
Patronen en lijnen
Het leuke aan macrofotografie is dat je zowel hele realistische foto’s kunt maken als juist vervreemdende beelden. Veel onderwerpen zul je namelijk niet meer goed herkennen wanneer je zo zo close-up gaat vastleggen. Je krijgt dan voornamelijk patronen, lijnen en vlakken in beeld. Enorm tof om mee te experimenteren! Je leert dan nog beter kijken naar lichtval, contrast en compositie. Er is immers niet veel anders om je macro-foto spannend mee te maken.
Tip voor macrofotografie: gebruik een statief
Het is niet altijd nodig, maar vaak is het bij macrofotografie fijn om een statief te gebruiken. Zoals ik eerder al uitlegde is scherpstellen best moeilijk. En dat wordt er niet makkelijker op wanneer je ook zelf nog beweegt. Een statief zorgt ervoor dat je camera stil staat en dat je dus beter kunt scherpstellen. Ook het maken van je compositie gaat makkelijker vanaf een statief. Iedere kleine beweging zul je namelijk direct terugzien in je foto.
Tips voor belichting en instellingen
Diafragma instellen bij macrofotografie
Macrofotografie tips gaan ook over het instellen van je camera. Eerder in dit artikel noemde ik het diafragma al. Dit is één van de belangrijkste instellingen bij het maken van een macro foto. Hiermee bepaal je namelijk hoe groot het deel is dat scherp wordt in je foto. En dus ook hoe onscherp de achtergrond (en eventueel voorgrond) is. Door het diafragma in te stellen op een klein F-getal (grote opening) krijg je veel onscherpte. En waar je bij andere vormen van fotografie makkelijk naar een F/1.8 of F/2.8 kunt, is dat bij macrofotografie niet altijd verstandig. Er wordt dan te veel onscherp. Zelf fotografeer ik daarom graag op bijvoorbeeld F/4.5 tot F/6.3 wanneer ik echte macrofoto’s maak. Dus met een macrolens en heel close-up. Je krijgt dan wel de onscherpte in de achtergrond, maar je onderwerp heeft zelf ook nog genoeg scherpte.
Sluitertijd instellen bij macrofotografie
Net als bij alle vormen van fotografie zorgt de sluitertijd er bij macrofotografie ook voor hoeveel tijd het beschikbare licht heeft om op de sensor te vallen. Fotografeer je een onderwerp vanaf statief en beweegt het onderwerp niet. Dan kan je sluitertijd zo lang zijn als je wilt. Maar bij bewegende onderwerp is dit een ander verhaal. Dan is het belangrijk, ook als je vanaf statief fotografeert, om een snellere sluitertijd te kiezen. Fotografeer je een slak die langzaam vooruit gaat, dan kun je bijvoorbeeld met 1/100e seconde nog prima fotograferen. Maar bij een vliegende vlinder zul je snellere sluitertijden nodig hebben (bijvoorbeeld 1/500e) om de beweging te kunnen bevriezen.
ISO-waarde instellen bij macrofotografie
Het laatste onderdeel van de belichtingsdriehoek is de ISO-waarde. Hiermee bepaal je hoe lichtgevoelig de sensor van je camera is. Hoe kleiner het getal, hoe minder lichtgevoelig. Maar dit kleine getal zorgt wel voor de meest scherpe foto’s. Als je het getal hoger gaat zetten krijg je meer ruis en onscherpte in je foto’s. Fotografeer je stilstaande onderwerpen of een onderwerp met weinig beweging. Dan zou ik zeker adviseren om de ISO op 100 te zetten/laten staan. Een wat langere sluitertijd is dan (op statief) niet erg. Bij een bewegend onderwerp kun je het beste een beetje uitproberen welke ISO-waarde dan het beste is, in combinatie met je andere instellingen. Probeer niet boven de ISO 800 te gaan als dat niet nodig is.
Buiten fotograferen met natuurlijk licht
Ga je buiten fotograferen? Dan zul je waarschijnlijk gebruik maken van het natuurlijke licht dat je tot je beschikking hebt. Dit kan op een zonnige dag, tijdens bewolking, ‘s avonds of met regen. Dit zal allemaal een ander resultaat geven. Bedenk dus vooraf wat voor uitstraling je aan je foto wilt geven en probeer daar het juiste weer bij te kiezen. Je kunt het weer ook een beetje helpen, bijvoorbeeld met een lamp die je als zon gebruikt voor wat extra contrast in je belichting. Handige tip voor macrofotografie.
Buiten kun je ook gebruik maken van flitslicht, dit wordt bij macrofotografie geregeld gedaan. Bijvoorbeeld met een ringflitser om je objectief heen, of met een externe flitser vanaf de zijkant. Hier vertel ik later in dit artikel nog meer over.
Binnen fotograferen met natuurlijk licht
Ook als je binnen fotografeert kun je prima met natuurlijk licht werken. Zeker wanneer je je camera op statief zet en je een onderwerp hebt dat niet beweegt. Binnenshuis heb je vaak ook meerdere manieren om de lichtval te bepalen. Ga je met je rug naar een groot raam staan? Dan heb je licht van voren. Kies je juist een raam dat van de zijkant licht geeft, dan zul je zien dat de belichting in je foto van die kant komt. Speel hiermee en vul het eventueel aan met licht van een daglichtlamp of flitser.
Fotograferen in een studio of met flitslicht
Wil jij macrofoto’s maken met flitslicht? Dan is een speciale ringflitser hier perfect voor. Deze zorgt er namelijk voor dat je schaduw-vrije foto’s kunt maken omdat het licht van alle kanten om je onderwerp komt. Je bevestigt hem rondom je objectief en vervolgens op je flitsschoen. Je kunt zo’n ringflitser vaak ook als continulicht gebruiken, dan hoef je dus niet te flitsen maar krijg je wel een egale belichting van je macro onderwerp.
Daarnaast kun je macrofoto’s ook prima in een studio maken. Dit kan met je standaard belichting waar je ook andere soorten foto’s mee maakt. Het voordeel van het maken van studiofoto’s is dat meerdere verschillende foto’s kunt maken met dezelfde soort belichting. Hierdoor krijgen ze dezelfde sfeer en wordt het dus snel een mooie serie.
Compositie en apparatuur voor macrofotografie
Uit het midden
Dat je het onderwerp van je foto het beste niet in het midden kunt plaatsen, is bij iedere vorm van fotografie van toepassing. Maar bij macrofotografie zijn we vaak nog net wat meer geneigd om dit wel te doen. Niet alleen omdat het makkelijker is met scherpstellen, maar ook omdat het onderwerp vaak zo groot in beeld komt, dat je automatisch in het midden staat. Probeer toch eens te spelen met de regel van derden en de gulden snede. Dit zijn compositieregels die je kunnen helpen om je compositie te verbeteren.
Doorkijkjes met een voorgrond
Doorkijkjes zijn altijd een goed idee. Een ook bij macrofotografie is dit een goede tip. Dit komt er dus op neer dat je gaat proberen om niet alleen een onderwerp en een achtergrond in je foto te hebben, maar ook een voorgrond. Deze voorgrond kan als soort ‘kader’ dienen waarbinnen je onderwerp valt. Dit maakt je foto dynamischer, zorgt voor meer diepte en hierdoor blijf je er langer naar kijken.
Schuine lijnen
Probeer, tenzij je een hele strakke foto wilt maken, eens gebruik te maken van schuine lijnen. Laat het takje waar de vlinder op zit eens diagonaal door het beeld lopen in plaats van rechtop. Hierdoor krijg je direct een speelser effect in je beeld. Niet ieder onderwerp is hiervoor geschikt, maar het is de moeite waard om het te proberen.
Camera voor macrofotografie
In principe kun je met (vrijwel) iedere camera macrofoto’s maken. Zeker wanneer je een systeemcamera of een spiegelreflexcamera hebt. Het belangrijkste is dat je een goed objectief hebt of gebruik maakt van accessoires waarmee je je onderwerp close in beeld kunt krijgen. Fotografeer je met je telefoon? Ook smartphone fotografie kan goed gecombineerd worden met macrofotografie. Hiervoor zijn speciale lenzen beschikbaar.
Objectieven voor macrofotografie
Objectieven (of lenzen zoals de meesten ze noemen) zijn heel belangrijk bij macrofotografie. Zonder een macrolens is het erg lastig om goede detailfoto’s te maken. Je kunt dan namelijk niet van dichtbij genoeg scherpstellen. De meeste ‘normale’ lenzen hebben een scherpstelafstand van bijvoorbeeld 30 tot 50cm. En sommige nog meer. Hierdoor kun je kleine onderwerpen niet groot genoeg in je beeld krijgen voor macrofotografie.
Een speciale macrolens is hiervoor dus erg handig. Zeker als je zeker weet dat je je wilt gaan verdiepen in deze vorm van fotografie. Met een macro-objectief kun je van veel dichterbij scherpstellen en dat is natuurlijk waar het allemaal om draait. Geen budget voor een dure lens? Dan zijn er ook accessoires die je kunt uitproberen (zie hieronder).
Accessoires voor macrofotografie
Er zijn verschillende accessoires op de markt om macrofotografie nog makkelijker te maken. Allereerst zijn er voorzetlenzen en tussenringen voor het maken van macro foto’s. Deze zorgen ervoor dat je met je gewone lenzen dichter bij je onderwerp kunt komen. En dus meer close-up kunt fotograferen. Lees ook mijn artikel waarin ik macro voorzetlenzen uitprobeer. Persoonlijk vind ik dit een fijne tip voor macrofotografie!
Dan heb je ook nog de zogenaamde ‘reverse ring’. Een ring die je op je lens schroeft en waarmee je hem andersom op je camera kunt zetten. Hierdoor verander je de techniek in de lenzen en zorg je ervoor dat de lens een soort vergrootglas wordt. Leuk om eens te proberen, zo’n ring kost je namelijk maar een paar euro! Ik probeerde het zelf uit met mijn 50mm lens, lees het artikel!
Verder zijn er nog allerlei andere accessoires te koop voor deze vorm van fotografie. Denk aan macro lenzen voor je smartphone en belichting special voor macrofotografie. Wat zijn jouw favoriete accessoires?
Fotobewerking tips voor macrofotografie
Macrofoto in zwart-wit of kleur?
De meeste macrofoto’s die je ziet worden in kleur gemaakt, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat zwart-wit niet mogelijk is. Probeer vooral uit wat bij je foto past en waar jij blij van wordt! Een zwart-wit foto is het meest krachtig als er genoeg contrast in de foto zit. Hierdoor komt je onderwerp los van de achtergrond en blijft je foto diepte behouden. Blijft je foto in kleur? Probeer dan om dit te optimaliseren naar eigen inzicht.
Bijsnijden en een rechte horizon
Zoals bij iedere vorm van fotografie is een rechte horizon een must. Tenzij je hem bewust scheef hebt gemaakt natuurlijk, maar anders leidt een horizon die niet recht loopt enorm af. Heb je tijdens het fotograferen hier niet op gelet, probeer het dan in je nabewerking te verbeteren. Daarnaast kun je je foto nog bijsnijden als dat nodig is. Hierdoor kun je je onderwerp eventueel nog closer in beeld krijgen. Bijvoorbeeld handig wanneer je geen macrolens hebt gebruikt en dus niet van dichterbij kon scherpstellen.
Onderwerp extra uitlichten met fotobewerking
Wil je nog meer aandacht leggen op je onderwerp? Dan kun je dit ook in de nabewerking nog wat versterken. Maak een selectie van je onderwerp zodat je deze los van de achtergrond kunt bewerken. Zo kun je dus ook de achtergrond bewerken zonder het onderwerp aan te passen. Dit wordt veel toegepast door fotografen, zo kun je de achtergrond bijvoorbeeld makkelijk lichter of donkerder maken.
Bepaalde sfeer met presets of filters
Wil jij een bepaalde sfeer in je foto’s? Bijvoorbeeld omdat dit mooi past in je instagram feed. Of omdat je wilt dat je foto’s beter bij elkaar passen? Dan kun je gebruikmaken van presets of filters. In de meeste fotobewerking programma’s kun je er een aantal standaard vinden. Maar je kunt ook zelf presets maken óf kopen. Veel fotografen bieden hun zelfgemaakte presets te koop aan. Op die manier kun je met één druk op de knop een bepaalde stijl creëren. Maar let wel op, niet iedere preset werkt goed voor iedere soort foto.
Hopelijk heb ik je met deze 25 macrofotografie tips een heel eind op weg kunnen helpen. Veel plezier en succes!
2 Reacties
Dank je voor deze vele tips! Ga er zeker enkele uitproberen. Fijne dag verder.
Goede duidelijke uitleg. Hier heb ik wat aan. Bedankt!