Niets is zo frustrerend als een foto maken en later ontdekken dat hij bewogen of onscherp is. Gelukkig helpt beeldstabilisatie om dit probleem te verminderen. Maar hoe werkt het precies? En wanneer heb je het nodig? In dit artikel leg ik je alles uit over beeldstabilisatie en geef ik praktische tips om deze functie in je voordeel te laten werken.
Je hebt vast weleens die teleurstelling ervaren: je maakt een prachtige foto, maar zodra je hem terugziet op je scherm, blijkt hij bewogen te zijn. Dit is een veelvoorkomend probleem, vooral bij een langere sluitertijd, het gebruik van een telelens of bij fotograferen in weinig licht. Gelukkig heeft vrijwel iedere camera of lens tegenwoordig beeldstabilisatie.
Wat is beeldstabilisatie en waarom is het belangrijk?
Beeldstabilisatie is een techniek die ongewenste trillingen en bewegingen van je camera registreert en corrigeert. Zelfs de meest ervaren fotografen hebben soms last van kleine bewegingen die veroorzaakt worden door bijvoorbeeld het indrukken van de ontspanknop of simpelweg het vasthouden van de camera. Deze bewegingen kunnen ervoor zorgen dat je foto onscherp wordt, vooral wanneer je sluitertijd relatief lang is.
Stel je voor dat je foto’s gaat maken op een vrij donkere locatie. Je sluitertijd moet langer zijn om genoeg licht op te vangen, maar dit vergroot meteen de kans op bewegingsonscherpte. Je wilt niet flitsen en fotografeert uit de hand. Hier komt beeldstabilisatie om de hoek kijken.
Deze techniek corrigeert kleine trillingen en zorgt er op die manier voor dat de camera stil wordt gehouden terwijl jij een foto maakt. Dit betekent dat je bij weinig licht of met een telelens nog steeds scherpe foto’s kunt maken, zonder dat je per se een statief nodig hebt.
Zo werkt stabilisatie in je camera
Beeldstabilisatie is vooral handig wanneer je je camera uit de hand gebruikt en bijvoorbeeld een sluitertijd van 1/20 seconde hebt. Normaal gesproken kun je (afhankelijk van de lens) niet voorkomen dat je hand een klein beetje beweegt. Ondanks dat je onderwerp stil staat, krijg je dan toch een foto met bewegingsonscherpte. Met beeldstabilisatie ingeschakeld kun je vaak zo’n drie tot vijf stops langer uit de hand fotograferen! De twee meest gebruikte technieken voor beeldstabilisatie zijn optische beeldstabilisatie en in-body beeldstabilisatie:
Optische beeldstabilisatie (OIS, Optical Image Stabilisation)
Optische beeldstabilisatie zit ingebouwd in je lens en werkt met kleine bewegende elementen die zich automatisch aanpassen aan trillingen. Wanneer je een kleine beweging maakt, detecteert de lens dit onmiddellijk. De lens verschuift dan een glaselement binnenin om de beweging te neutraliseren. Dit betekent dat de foto scherp blijft, ook al heb je de camera niet volledig stil kunnen houden.
Let op: Ieder cameramerk gebruikt een andere afkorting voor beeldstabilisatie in een objectief. Denk bijvoorbeeld aan OSS (Optical Steady Shot) bij Sony, IS (Image Stabilization) bij Canon en VR (Vibration Reduction) bij Nikon. Kijk dus goed welke afkorting hoort bij jouw favoriete cameramerk.
In-body beeldstabilisatie (IBIS, In-Body Image Stabilisation)
Bij in-body beeldstabilisatie beweegt de sensor van de camera zelf om de trillingen te corrigeren. Dit type stabilisatie zit in de camerabody zelf verwerkt en heeft als voordeel dat het met vrijwel elke lens werkt. Ook met lenzen zonder stabilisatie. Hierdoor heb je als fotograaf meer flexibiliteit in de keuze van je objectief.
Er bestaat ook digitale stabilisatie. Dit is een techniek die vooral in smartphones en wordt gebruikt. Hierbij worden de trillingen softwarematig gecorrigeerd, bijvoorbeeld door middel van een beeldcorrectie via algoritmes. Bij fotografie leidt digitale stabilisatie vaak tot kwaliteitsverlies.
Wanneer heb je beeldstabilisatie nodig?
Beeldstabilisatie is zeker niet altijd noodzakelijk. Zet het dus niet standaard aan, maar kijk per moment of het nodig is in die situatie. Hieronder enkele voorbeelden van momenten waarop je het wel of juist niet kunt gebruiken.
Fotograferen bij weinig licht
Wanneer er minder licht beschikbaar is, moet je sluitertijd langer zijn om een goed belichte foto te krijgen. Maar dit vergroot ook het risico op bewegingsonscherpte. Beeldstabilisatie helpt je om met een langere sluitertijd uit de hand te blijven fotograferen, zonder dat je foto onscherp wordt door jouw eigen beweging. Maar let op, bewegingen van je onderwerp worden niet gecorrigeerd.
Fotograferen met een telelens
Ook bij het gebruik van een telelens is beeldstabilisatie erg handig. Hoe verder je inzoomt, hoe gevoeliger je lens wordt voor trillingen en kleine bewegingen. Dit komt doordat de kleinste bewegingen uitvergroot worden. Hierdoor is het lastiger om een scherpe foto te maken. Met beeldstabilisatie kun je langer uit de hand fotograferen met een telelens, zonder dat je last hebt van bewegingsonscherpte.
Macrofotografie met beeldstabilisatie
Ook in de macrofotografie speelt beeldstabilisatie een belangrijke rol. Wanneer je extreme close-ups maakt, zoals bij insecten of bloemen, kunnen de kleinste bewegingen al voor onscherpte zorgen. Dus ook bij deze vorm van fotografie helpt stabilisatie om elk detail haarscherp vast te leggen, zelfs zonder statief.
Vloeiende video’s maken
Stabilisatie kan daarnaast ook een groot voordeel geven bij video-opnames. Wanneer je filmt zonder statief, kunnen kleine trillingen en bewegingen de video schokkerig maken. Beeldstabilisatie helpt om dit te verminderen en zorgt voor vloeiendere beelden, zelfs wanneer je lopend filmt. Dit is bijvoorbeeld ideaal voor vloggers en documentairemakers die veel uit de hand filmen.

Beeldstabilisatie versus een statief
Een veelgestelde vraag onder fotografen is of beeldstabilisatie en een statief samen gebruikt kunnen worden. Over het algemeen wordt afgeraden om dit te doen. Schakel je beeldstabilisatie dus uit wanneer je een statief gebruikt. Met een statief staat je camera al stil en is de stabilisatie onnodig. Laat je de beeldstabilisatie aan staan, dan kan je camera correcties gaan uitvoeren die niet nodig zijn, wat je foto’s dan juist onscherper maakt.
Toch zijn er situaties waarin stabilisatie en een statief wél samen kunnen werken. Als je bijvoorbeeld fotografeert op een locatie waar het statief niet volledig stabiel staat, zoals op een houten brug of een rijdend voertuig, dan kan stabilisatie alsnog nuttig zijn. Nieuwere camera’s en lenzen hebben vaak een ‘statiefmodus’ waarmee ze automatisch herkennen wanneer ze op een statief staan en hun stabilisatie hierop aanpassen.
Hoe haal je het meeste uit de stabilisatie?
Zoals je hebt kunnen lezen is beeldstabilisatie een krachtig hulpmiddel. Maar je zult altijd zelf de controle moeten houden over je camera en de instellingen die je gebruikt. Ook met stabilisatie kun je onscherpe of bewogen foto’s maken. Kies dus zorgvuldig je sluitertijd en zorg er altijd voor dat je je camera stevig vasthoudt.
Daarnaast is het belangrijk om de stabilisatie alleen in te schakelen als het nodig is. Bij snelle sluitertijden is stabilisatie meestal overbodig en kan het zelfs een negatief effect hebben op de beeldkwaliteit. Experimenteer daarom met de instellingen van je camera en ontdek wat voor jouw fotografie de beste resultaten geeft.
Als laatste is het goed om te weten dat je met actieve beeldstabilisatie meer batterij verbruikt. Houd hier dus rekening mee en neem altijd een extra opgeladen batterij mee als je een langere fotoshoot hebt.

1 Reactie
[…] En zo zag dat optreden er dan uit vanaf het balkon in de zaal. Heel tof! 2. Deze maand schreef ik een artikel over beeldstabilisatie. Erg interessant om meer over te leren! 3. De Mufasa film kwam op Disney Plus, tijd om die eens te […]