Tips voor het fotograferen op reis

Fotograferen op reis is altijd een feestje. Of je nu een lange rondreis door Australië gaat maken, een korte citytrip naar Berlijn in de planning hebt staan of gewoon een dagje naar de Efteling gaat, er worden altijd wel foto’s gemaakt. Met deze fotografie tips voor op reis in je achterhoofd komen je reisfoto’s helemaal tot zijn recht.

Fotograferen op reis? Met deze tips maak je de mooiste foto’s!

1. Camera mee op reis

Reizen is leuk, maar kan ook erg vermoeiend zijn. Het laatste wat je wil is een cameratas van een aantal kilo meezeulen tijdens je vakantie of dagje uit. Je spiegelreflexcamera is een hulpmiddel om mooie foto’s te maken, maar dat wil niet zeggen dat je met een smartphone, compactcamera of systeemcamera geen mooie foto’s maakt! Leer de opties van je camera goed kennen, zo haal je er alles uit wat er in zit. Verwacht alleen niet het beste resultaat wanneer je de foto’s van je mobiele telefoon paginagroot in je fotoalbum gaat plaatsen.

Wil je toch je spiegelreflex meenemen? Kies dan voor één lens waar je alles mee gaat fotograferen op reis. Zelf fotografeer ik op vakantie meestal alleen met mijn 24-70mm f2.8 lens. Hiermee kan je behoorlijk weids fotograferen maar ook genoeg inzoomen.

2. Grote hoogtes op reis fotograferen

Sta je ergens op een grote hoogte? Een berg, klif, toren of ander uitkijkpunt is een geliefd fotomoment. Helaas komt de diepte die je voelt en ziet vaak niet over in foto’s. Zet op zo’n moment een referentiepunt op de foto. Een persoon, vuurtoren, auto, fiets of huisje zorgt ervoor dat de verhoudingen in de foto zichtbaar zijn waardoor die berg meteen stukken hoger lijkt.

3. Spontaniteit fotograferen op reis

Een geposeerde foto zo nu en dan is leuk, maar stiekem zijn de spontane foto’s uiteindelijk het mooiste. Maak foto’s van de mensen met wie je weg bent wanneer ze dit niet in de gaten hebben. Bijvoorbeeld wanneer je vriend sereen over de zee uitkijkt of wanneer je kinderen druk bezig zijn met het voeren van de geitjes in de dierentuin.

4. Gouden uren

De zonsopkomst en zonsondergang zijn de mooiste uren van de dag om te fotograferen op reis. Dat komt omdat het licht dan het meest warm van kleur is. Deze uren worden dus niet voor niets de ‘gouden uren’ genoemd. De zon staat laag wat zorgt voor lange schaduwen. Schaduwen geven reliëf en contrast in je foto en zorgen ervoor dat bijvoorbeeld een landschap veel meer karakter krijgt. Vergelijk maar eens een foto van 12 uur ’s middags met een foto gemaakt tijdens de gouden uren, dan zie je vanzelf wat er zo mooi aan is.

5. Nieuwe perspectieven

Ben je wel eens door het centrum van je eigen stad of dorp gelopen en omhoog gekeken? Waarschijnlijk zie je stukken van gebouwen die je nog nooit eerder zijn opgevallen. Bijna alles wat we zien én fotograferen bevindt zich op ooghoogte. Buig eens door je knieën of richt je camera omhoog om de wereld vanuit een ander perspectief te bekijken. Je krijgt originelere foto’s en ziet dingen die je anders nooit had meegekregen. Twee vliegen in één klap dus tijdens het fotograferen op reis!

6. Na regen komt zonneschijn

Regen past niet in het vakantieplaatje. Het liefste is het stralend weer met volop zon en hier en daar een wolkje voor de mooie luchten op je foto. Helaas kunnen we het weer niet naar onze hand zetten en hebben we soms wat minder geluk. Hoewel regen niet fijn is, ziet de wereld er wel erg mooi uit zo net na een (zomerse) regenbui! Kleuren worden feller, plassen zorgen voor mooie reflecties en druppels geven planten en bloemen net dat beetje extra. Maak dus gebruik van die bui.

Hopelijk heb ik je met deze tips voor het fotograferen op reis kunnen inspireren om anders te kijken. Dit zorgt voor foto’s die minder standaard zijn en waar je langer naar blijft kijken. Veel plezier!