De ISO-waarde van je camera is een belangrijke instelling om goede foto’s te maken. Deze instelling vormt, samen met het diafragma en de sluitertijd, de belichtingsdriehoek. Het bepaalt namelijk in hoeverre de sensor van je camera gevoelig is voor licht. Als je hier slim mee omgaat, zorg je ervoor dat je foto’s scherp zijn en geen ruis bevatten. In deze blog vertellen we je alles voer de ISO.
Wat is de ISO eigenlijk?
De ISO is de instelling voor de gevoeligheid van je camerasensor. Hoe lager de waarde van de ISO, hoe minder gevoelig je camera is voor licht. Bijvoorbeeld: bij ISO 100 is de sensor niet zo gevoeligheid voor het licht. Dit is handig bij zonnige of heldere omstandigheden.
Een hogere ISO-waarde (ISO 1600 of 3200) maakt de sensor gevoeliger voor licht. Dit is handig in donkere omgevingen, maar zorgt ook voor meer ruis op de foto. Daarom moet je altijd de afweging maken tussen de kwaliteit van het beeld en de helderheid.
ISO en de belichtingsdriehoek
Als je de ISO goed wil begrijpen, is het belangrijk dat je het verband ziet tussen het diafragma, de sluitertijd en de ISO-waarde. Dit heet de belichtingsdriehoek. Deze drie instellingen zorgen er namelijk samen voor hoe je foto eruit komt te zien. Niet alleen hoe licht of donker hij is, maar bijvoorbeeld ook hoe groot het deel is dat scherp is in je foto. Als je bijvoorbeeld binnen (met weinig licht) een foto wil maken, kun je het diafragma openen en de sluitertijd verlengen. Is dit niet genoeg? Dan verhoog je de ISO. De ISO is in dat geval een hulpmiddel om een goede balans te vinden in je instellingen.

Begin altijd met een lage ISO
Je wil altijd de laagst mogelijke ISO gebruiken bij foto’s. Hiermee behaal je de beste kwaliteit en scherpte en voorkom je ruis. Als er minder licht is, ga je pas aan de slag met het verhogen van de ISO. Zo voorkom je dat je foto’s onnodig onscherp of korrelig worden.
Wanneer verhoog je de ISO?
Er zijn veel situaties wanneer het handig of zelfs nodig is om de ISO te verhogen:
- Binnen zonder flitser
- Bij sport- of actiefotografie
- Avondfotografie
- In noodgevallen
In bovenstaande gevallen kan een ISO van 800, 1600 of hoger erg handig zijn. Het is altijd belangrijk om zelf te ervaren waar de grens van jouw camera ligt.
Ruis herkennen
Je herkent ruis in je foto aan kleine, gekleurde stipjes of een korrelige structuur. Dit zie je vooral terug in de donkere delen van een foto. Als je ruis wil verwijderen, kun je dit soms ook achteraf nabewerken. Het is dan verstandig om in RAW-formaat te fotograferen, zodat je het in programma’s zoals Lightroom of Photoshop kunt herstellen.

Automatische ISO gebruiken
Veel camera’s van www.kamera-express.nl hebben meestal een optie voor automatische ISO. De camera bepaalt dan zelf de juiste ISO-waarde, gebaseerd op het diafragma en de sluitertijd die jij hebt gekozen. Soms kun je zelf ook een maximale ISO opgeven, zodat de camera niet te hoog gaat en waardoor je ruis voorkomt.
Niet alleen een getal
ISO lijkt alleen een cijfer dat je moet instellen, maar het gaat veel verder dan dat. Als je de ISO goed begrijpt, maak je foto’s die technisch een stuk sterker zijn. Wil je met fotografie beginnen, maar weet je niet zeker of het iets voor jou is? Begin dan eerst met tweedehands systeemcamera’s om te ontdekken of je hier plezier uit haalt.
Dit artikel is gemaakt in samenwerking met Kamera Express.
